Vriendschap en NAH

Door: Angelique Wammes.

Hoe is het om bevriend te zijn met iemand met NAH. Zie je verschil tussen vriendschappen voor het hersenletsel en erna? Blijven vrienden of kunnen ze er niet mee omgaan? 

Allemaal vragen die spelen en waar zeker niet altijd hetzelfde antwoord opgegeven zal worden. Hier mijn ervaringen met vriendschappen. 

Hoe is het om bevriend te zijn met iemand met NAH?

Dat moet je natuurlijk aan mijn vrienden vragen. Als ik eerst naar mijzelf kijk, vind ik het vaak lastig dat ik altijd degene ben die moet aangeven wat er wel en niet kan. Je bent toch altijd een soort van beperkende factor. Alleen als ik dat hardop zeg, dan krijg ik regelmatig terug dat mijn vrienden dat helemaal niet meer zo ervaren. Ga je met mij op pad weten ze dat de tijd beperkt is, dat we niet in elk restaurant of cafe terecht kunnen en dat de activiteit eerder een boswandeling zal zijn dan een rondje door de binnenstad van Amersfoort. En nee, ik kan niet 30 minuten in de auto zitten, dus dan komen ze toch naar mij. Dat maakt toch helemaal niet uit. 

Ook is het voor hun heel normaal dat afspraken altijd onder voorbehoud van de vorm van de dag zijn. Als ik afzeg voel ik me bezwaard, maar mijn vrienden vinden dat hooguit vervelend voor mij. En natuurlijk hadden ze graag de afspraak gehad, maar voor hun telt veel meer dat ze balen dat ik een slechte dag heb. Super lief toch. 

Zie ik verschil in vriendschappen van voor en na hersenletsel?

Jazeker. Bijna alles wat je meer onder de noemer goede kennis zet, is eigenlijk verloren gegaan. Mijn energie is beperkt en waar ik eerder ook energie haalde uit iemand die ik minder vaak zag en dan gewoon een leuke middag had, merk ik nu dat ik daar minder energie uit haal, want heel veel verder dan oppervlakkig kletsen kom je dan niet. Het is niet dat ik daar niet in geïnteresseerd ben, maar ik merk dat ik dan liever een paar hele goede vrienden heb waarmee ik alles deel, dan meerdere oppervlakkige vriendschappen. Andersom merk je ook dat goede kennissen vaak net iets minder begrijpen wat er speelt en zich iets minder goed kunnen inleven, waardoor het moeilijker is om afspraken te maken die NAH-geschikt zijn. 

Daarnaast heb ik ook wel een hele goede vriendin min of meer verloren. De activiteiten die wij samen ondernamen, kan ik niet meer en daarvoor zijn er helaas geen andere activiteiten voor in de plaats gekomen. Zij vind het moeilijk om met mijn beperkingen om te gaan en tegelijk kan ik niet meer geven dan dat ik doe. Ik vind dit echt ontzettend jammer en had dit heel graag anders gezien. 

Tegelijkertijd zijn er ook vriendschappen veel meer de diepte in gegaan. Dus misschien is het aantal vriendschappen omlaag gegaan, degene die er zijn, zijn super waardevol. Ik voel me nog steeds enorm geliefd en vind het dan ook super als ik eens iets terug kan doen, zoals even oppassen op de kids of avondeten koken als dat bij de ander niet lukt. Dat ik daarna dan zelf even moet bijkomen vind ik helemaal niet erg. 

Is dit verhaal anders dan zonder NAH?

Ik ben van mening dat vriendschappen komen en gaan, net in welke fase je in het leven zit. Ik vind wel dat mijn vriendschappen anders geworden zijn, zoals gezegd met veel meer diepgang. Ik weet niet of dat ook gebeurd was zonder NAH. 

Wat mij helpt in vriendschappen, maar dat geldt ook op werk, met sport etc. is dat het belangrijk is om goed aan te geven wat wel en niet lukt. Dat het ene cafe het ander niet is. Dus als de ander een activiteit wilt doen die eigenlijk niet kan, samen zoeken naar een manier dat het wel kan. Alleen jij weet wat je echt voelt en welke prikkels je wel en niet kan hebben, dus geef dat aan. Vrienden denken graag met je mee. En vergeet ook niet: voor hun is cafe A meestal net zo prima als cafe B. Want het gaat om jouw gezelschap, jullie vriendschap. Waar en hoe, ach, dat maakt toch vaak niet uit?

Hoe zien jullie dat?

NAH en muziek

Voor mijn ongeluk speelde ik piano, zat ik op zangles en in mijn jeugd heb ik jaren in een koor gezongen. Super muzikaal wil ik mezelf niet noemen, maar ik vind het wel altijd heel leuk om ermee bezig te zijn. Er stond ook altijd muziek aan in huis. Hoe anders is dat nu, maar hoe fijn kan ook nu muziek nog zijn. 

Revalidatie

Tijdens mijn revalidatie hebben we de piano ingezet om mijn hersens weer te trainen. Samen met mijn piano lerares hebben we muziekstukken uitgezocht die beter paste bij wat mijn hersens nog aankonden, maar nog wel leuk was om naar te luisteren. 

Piano spelen, en muziek maken in het algemeen, vergt veel van een brein. Noten lezen, de juiste toetsen aanslaan, vooruit lezen voor wat komen gaat en luisteren of het wel goed gaat. Dat was dus nogal een uitdaging de eerste maanden. En eigenlijk is het nooit meer goed gekomen. Waar ik voor mijn ongeluk nog bezig was met stukken van Rachmaninov, kon ik na mijn ongeluk de meeste simpele bladmuziek niet meer foutloos spelen. Bladmuziek die ervoor in een middagje wel ingestudeerd werd, kostte nu meer dan een maand en dan zat het er nog niet goed in. Door mijn vertraagde reactievermogen, lukte het niet meer om vooruit te lezen. Ik kon noten lezen, wist welke toetsaanslag daarbij hoorde, maar moest dan weer opnieuw terug naar de bladmuziek voor de volgende noot. Niet echt handig dus. Hoewel het in het begin zeker geholpen heeft om mijn hersenen te trainen, ben ik er na een jaar revalidatie mee gestopt. Het niet foutloos kunnen spelen, de hoofdpijn door het geluid wat je nu eenmaal bij muziek maken maakt en de toch ook minder leuke muziekstukken maakte dat ik het plezier volledig kwijt geraakt was. Het werd een moetje omdat het nu eenmaal de revalidatie ten goede zou komen, maar niet meer het plezier van uren jezelf verliezen in de muziek. 

Wat nu? 

Aangezien ik behoorlijk gevoelig ben voor geluid, kan ik niet altijd muziek luisteren, maar waar het kan doe ik het nog steeds. Muziek geeft mij namelijk ook heel veel. Op dagen dat ik wat minder goed in mijn vel zit, kan muziek mij daar uit halen. Nummers waar je goede herinneringen aan hebt, of gewoon een fijne beat. Soms mag je natuurlijk ook balen dat je met deze beperkingen zit en dan helpt muziek die daarin mee gaat ook. Kopje thee erbij, de bank op, meestal met kat in mijn geval. En dan gewoon eventjes mogen balen. Dat is namelijk helemaal okay. 
Wanneer luister ik nog muziek? Sowieso tijdens het douchen. Tijdens de revalidatie werd voorgesteld om koken te combineren met muziek luisteren. Nou dat is meestal niet zo’n succes. Ik denk dat in de afgelopen 4 jaar ik een stuk of 2-3 keer muziek heb kunnen luisteren, zonder het uit te zetten en dat de maaltijd ook nog gelukt is. 
Tijdens het breien of puzzelen zet ik vaak muziek aan en dat lukt vaak wel. In nagenoeg alle andere gevallen liever niet. 

En waar kom je het allemaal tegen en zit je er niet zo op te wachten? Winkels, werk, sportlocaties, restaurants en ga zo maar door. Dan is muziek vooral heel storend, omdat het je beperkt in het uitvoeren van je taak op dat moment. En hoe fijn ik muziek ook vind, dan gaat toch echt de noise-canceling koptelefoon op om het geluid buiten te sluiten. 

Hoe kijken jullie tegen muziek aan? 

Werken met NAH

In deze blog neem ik jullie mee in het werk dat ik ben gaan doen na mijn ongeval en revalidatie. Mijn baan als docent scheikunde kon echt niet meer, maar gelukkig heb ik via het 2e spoor traject een hele fijne nieuwe plek gevonden waar ik echt op mijn plek zit. Ik werk nu in de functie van marketingmedewerker bij Bikeshop Amersfoort en 33 tweewielers. 

Ik neem jullie mee in hoe collega’s mij kunnen helpen, hoe je met je leidinggevende in gesprek kan gaan naar de randvoorwaarden voor jou om het beste uit jezelf te halen en hoe je zelf kan aangeven waar je behoefte aan hebt. Deze blog is ook voor werkgevers. Heb je iemand in dienst met NAH, wat kun jij doen voor jouw werknemer?

Starten met 2e spoor

Ik ben bij Bikeshop Amersfoort gestart voor het 2e spoor traject. Ik kon eigenlijk helemaal niets, want beeldschermen, geluiden, andere mensen te woord staan… alles gaf hoofdpijn en lag ik weer een dag op bed. Maar ik wilde wel enorm graag, want op je 36e volledig thuis komen te zitten leek mij ook niet heel fijn. Ik heb mazzel gehad dat ik de toenmalige eigenaar kende omdat ik daar vaste klant was en dat hij mij een kans wilde geven. 

Vanaf het begin ben ik duidelijk geweest in wat ik kon, wat niet lukte, hoe ik mij voelde en geprobeerd uit te leggen hoe bepaalde prikkels bij mij binnen komen. Je ziet het aan de buitenkant namelijk totaal niet, in ieder geval het eerste half uur niet. 

Ik kwam in een hele open omgeving terecht waarin mijn collega’s het misschien niet altijd begrepen, maar het wel accepteerde en vragen stelden als ze die hadden. 

Uren uitbreiden

In de 2,5 jaar dat ik hier werk heb ik kunnen opbouwen van 2×2 uur naar 2x 3 uur in de week en dat is op een hele bijzondere manier gegaan. 

Elke poging tot uitbreiding lukte 2-3 weken en dan viel ik weer terug, totdat ik erachter kwam dat ik van hardlopen mijn batterij weer een beetje kon opladen en zo ging ik naar mijn werkgever toe. “Vind je het goed als ik probeer om 1,5 uur te werken, dan ga hardlopen en douchen en dan verder werk? En dan eens kijken of ik een uurtje per werkdag extra kan maken?”. 

Het blijft, ook voor mij, raar dat sporten ervoor zorgt dat ik kan bijtanken. Dus ja, het was best een drempel om dit zo ter sprake te brengen. Maar gelukkig werd mijn voorstel goed ontvangen en was het antwoord “probeer maar lekker en dan gaan we het wel zien.”.  

De eerste weken was voor iedereen even wennen, maar ondertussen weten ze niet beter. Ik mag alleen wel onder bepaalde voorwaarden weg ;-). Locatie delen, laten weten waar ik heen ga en hoe lang ik denk weg te zijn, telefoon mee en vooral bellen als er iets is. Super lief toch! 

Beperkingen

Omdat ik zo gewend ben geraakt aan mijn beperkingen, heel goed weet wat wel en niet lukt, merk je op het werk steeds minder dat ik beperkingen heb. Het nadeel daarvan is dat collega’s het ook wel eens vergeten. Dat uit zich dan dat ze mij uit een taak halen, door een vraag te stellen;  in een gesprek te snel van onderwerp wisselen. Dat zijn allemaal dingen die heel veel energie kosten en mij in 5 minuten helemaal leeg kunnen trekken. Aan mij de taak om de collega’s daar dan even op te wijzen, zodat het niet te vaak voorkomt. 

Ook vind ik het belangrijk dat als ik mijn dag niet heb, dat ik dat dan ook even aangeef. Op dagen met minder energie probeer ik altijd te gaan werken, maar dan kan het wel zijn dat ik wat bot reageer, kortaf ben etc. Dan weten ze in ieder geval waardoor dat komt. En bijkomend voordeel is dan ook dat er steeds een kopje koffie of thee op mijn bureau verschijnt. Best fijne werkplek he? 

Geluk met deze werkplek

Ik heb echt geluk met de plek waar ik nu werk. Zowel de eigenaar als collega’s die meedenken, meewerken en op mij passen. Naar huis sturen als ik iets nog even wil afmaken, maar eigenlijk allang over mijn grens gegaan ben. En liever hebben dat ik die grens niet bereik, maar al iets eerder naar huis ga. Ik heb mijn vaste werkmomenten in de week, want ritme is belangrijk, maar als het niet gaat, mag ik altijd schuiven met mijn uren. Of wisselen van locatie. Want de winkel in Amersfoort geeft veel meer prikkels dan de winkel in Leusden. 

Deels is dit geluk, maar ik weet ook dat het de mensen in mijn omgeving helpt als ik ze meeneem in mijn verhaal. Uitleggen hoe iets voelt, waarom ik het ene wel kan en het andere niet. Aangeven als iets niet lukt, hoe dat misschien op een andere manier wel kan lukken. Hoe meer jij vertelt over je beperkingen en welke randvoorwaarden je nodig hebt om te kunnen functioneren, hoe beter je omgeving je daarbij kan helpen en ondersteunen. 

Wat te doen als werkgever?

Je hebt nu mijn verhaal kunnen lezen over de kant van werknemer met een beperking. Wat kun jij als werkgever doen om je werknemer te helpen? Best wel heel veel.


Het meest belangrijke is om open vragen te stellen. Onze beperkingen zijn vaak onzichtbaar, niet altijd even duidelijk en soms is het ook voor ons lastig te begrijpen. Hoe meer open vragen je stelt, hoe beter wij kunnen uitleggen waar we tegen aan lopen, wat we nodig hebben etc. Als er taken zijn die niet lukken, denk mee om te kijken wat er nodig is om het wel te laten lukken. Werken met een noise-canceling koptelefoon op, afgebakende taken, na 20-30 minuten even naar buiten voor een frisse neus, of wat dan ook. Er zijn zoveel dingen mogelijk om iets toch te laten lukken. Wees daarin creatief en laat je verrassen.
Laat je voorlichten over de beperkingen van je werknemer, want hoe meer je erover weet, hoe beter je kan helpen. En vooral: geef mensen een kans. Ik heb zoveel nee te horen gekregen toen ik weer aan het werk wilde, dat was zo demotiverend. We werken misschien minder uren, hebben beperkingen, maar wij willen zo ontzettend graag werken! Die motivatie, drive of hoe je het ook wilt noemen, stralen we uit en daarin kunnen wij collega’s meetrekken. We zijn echt van waarde voor een werkgever, dat heb ik in de afgelopen jaren wel geleerd van mijn werkplek.

Ik hoop dat mijn verhaal jullie kan helpen op je werkplek. En heb je vragen? Stel ze vooral. Ik denk graag met je mee! Ook voor de werkgevers onder onze lezers: stel gerust je vragen. Ik gun zoveel meer mensen een fijne werkplek als die van mij.

NAH en feestdagen

Heel december staat in het teken van gezelligheid, samen komen en voor mensen met NAH een maand vol met uitdagingen.

Hoe ik hier mee om ga?

De schoonfamilie (schoonouders, ooms&tantes en neefjes&nichtjes) viert eigenlijk traditioneel Sinterklaas. Super leuk, altijd een ontspannen avond met veel lachen en plezier, maar sinds mijn ongeluk eigenlijk niet meer mogelijk. We hebben het nog 1 avond een poging gegeven, maar de strategie die voor andere dingen wel werkt, gaf niet voldoende verlichting. Wat is die strategie denk je dan misschien? Het feestje begint altijd met gezamenlijk eten en dan na het eten koffie/thee en dan komen de surprises en cadeautjes. We hebben het eten overgeslagen, omdat ik destijds misschien net 20min in gezelschap kon doorbrengen, maar met een weekje rust erachter aan was ik wel bereid om over die grens heen te gaan. We sloten dus bij de koffie aan en hadden de avond in blokjes van ±40 min opgedeeld. Na die 40min gingen we dan even naar buiten een frissen neus halen en even in een prikkelarme modus. Vaak kan ik daarmee dan nog een half uurtje winnen.

Echter bevat zo’n avond zoveel prikkels dat we het jaar erop besloten om mijn echtgenote alleen te laten gaan. Wel hebben we nog met mijn schoonouders en zwager een ontspannen avond gehad. Ook dat is een uitdaging, maar zij zijn er aan gewend dat ik we wat later komen, zo net voor het voorgerecht en dat we dan tussen het hoofdgerecht en het toetje nog even naar buiten gaan. Op die manier is het goed te doen. Ook is er bij mijn schoonfamilie nooit een TV aan als wij er zijn en staat er ook geen achtergrond muziek aan. Dus meest optimale manier dus om toch een avond samen te kunnen zijn.

Voor kerst is dat vergelijkbaar. In de ochtend ga ik altijd even sporten, dan een paar uur op standje uit om op te laden en dan eind van de middag gaan we richting mijn schoonouders. Samen eten, tussendoor nog even naar buiten en met een beetje mazzel kunnen we dan ook nog koffie meepakken, waarna ik gesloopt en overprikkeld naar huis ga, maar wel een hele leuke avond gehad heb. En dat vind ik erg belangrijk. Ik kom de dagen erna wel weer ergens tot leven. 

Dit jaar is alles anders

Dit jaar is echter alles anders. Mijn echtgenote, oncoloog van beroep, heeft namelijk 1e en 2e kerstdag dienst. Dus die zit het hele weekend in Dordrecht in het ziekenhuis. Nu hebben we op de 24e een (veel te) drukke dag, maar daar kies ik dit jaar bewust voor.

Met mijn werk hebben we de traditie om een route in de vorm van een kerstboom te fietsen en daarna te borrelen met de collega’s. Beide activiteiten los van elkaar al te veel, dus laat staan samen, maar voor het fietsen heb ik een pilote voor de tandem geregeld en die borrel vind ik veel te leuk om over te slaan. Dit jaar moeten we dan in de avond echter ook nog naar de schoonfamilie. Nu heb ik dus 3 activiteiten op een dag, waarvan ze allemaal per stuk eigenlijk al een uitdaging zijn. Waarom ik dat dan toch doe? De rest van de kerst zit ik toch alleen thuis, dus wie heeft er last van als ik in bed blijf liggen of misschien verhuis naar bank? Niemand toch. En de kat vindt het altijd wel gezellig. 

Het alternatief is namelijk dat ik alleen naar de schoonfamilie ga (iets met prioriteiten stellen) en daardoor 2 andere leuke activiteiten mis. Dan maar even een weekje bijkomen. De winkels zijn tussen kerst en oudjaar ook nog eens gesloten, dus ik heb nog een weekje vakantie om verder bij te tanken en weer fris het nieuwe jaar in te gaan. 

Oud & nieuw

Oud&nieuw vieren we niet, maar dat was eigenlijk ook al voor mijn ongeluk zo. We zijn beide niet echt van die avondmensen en vonden het altijd lastig om zo lang wakker te blijven. We gaan traditioneel even een hapje eten, thuis nog koffie/thee en dan gewoon normale tijd naar bed. Het grote voordeel? Op 1 januari als iedereen nog ligt te slapen, heb je alle wegen voor jezelf en kun je heerlijk ontspannen sporten. En sinds mijn ongeluk? Ik zou niet weten hoe ik na een kerstweekend ook nog energie zou kunnen opbrengen om oudejaarsavond door te komen.

Mijn vraag aan jullie is deze? Wat vinden jullie van mijn kerstkeuze?

Zou je hetzelfde doen, dus bewust overprikkeld raken, maar wel leuke activiteiten ondernemen? Of zou je kiezen voor maar 1 activiteit?

Werk en NAH

Door: Angelique Wammes – Bouman.

Gepromoveerd in de scheikunde, postdoc in Leipzig (DE), docent scheikunde op het Revius Lyceum Doorn en nu marketing medewerker in een fietsenwinkel. Een carrièrepad wat ik nooit had kunnen voorzien. Eentje waarvan ik 5 jaar vooral ook niet had kunnen bedenken dat ik daar gelukkig van kon worden.

Ik wil jullie meenemen in mijn zoektocht naar vervangend werk, maar ook hoe belangrijk het is om een werkgever te hebben die met je mee denkt en je de ruimte geeft om te werken op een manier die wel lukt. 

 Mijn vorige werk

Ten tijde van mijn ongeluk werkte ik in het voorgezet onderwijs, als docent scheikunde en NLT waar ik met super veel plezier les gaf aan pubers van 14 tot en met 18 jaar, van mavo3 tot en met vwo6. Naast het voor de klas staan, had ik ook een onderwijsbeurs binnen gehaald die mij de kans gaf om mij met onderwijsontwikkeling bezig te houden. Nieuwe onderwijsmethoden ontwikkelen en op school implementeren. Super mooie combinatie van het werken met kinderen, maar ook mijn nieuwsgierige ik voeden, die mijn wetenschappelijke achtergrond nu eenmaal met zich mee brengt. 

Hoe ik mijn carrière voor mij zag? Een paar jaar lesgeven, combineren met onderwijsonderzoek, misschien nog een 2e promotietrajact, gevolgd door de schoolleiders opleiding en rustig doorgroeien tot (con)rector. 

Mijn nieuwe ik met NAH 

En toen was er de zomer van 2019 waarin ik hersenletsel opliep. Na de zomervakantie ben ik nog vol goede moed begonnen met 2 examenklassen, maar tegen de tijd van de herfstvakantie was ik helemaal op. Uiteindelijk kon ik niet meer terug in het onderwijs. Ik had geen idee meer wie ik was op werkgebied. Wat ik nog voor kwaliteiten had en of er een werkgever überhaupt nog op mij zat te wachten. Bij Boogh ben ik aan de slag gegaan om dat te onderzoeken. Welke kwaliteiten waren er nog, zijn er nieuwe bijgekomen en wat voor werk zou daarbij kunnen passen. Super zinvol en aan iedereen aan te raden. Met mijn nieuwe CV ging ik vol goede moed op zoek naar werk, maar de moed zakte mij al snel in de schoenen. Niemand wilde mij nog hebben, want ja, maar 4 uurtjes per week, iemand met beperkingen en ga zo maar door. Ook bij vrijwilligersorganisaties kreeg ik alleen maar nul op rekest. 

 Van onderwijs naar marketing

Hoe ik in de fietsenwinkel terecht ben gekomen? Doordat de eigenaar, Eugen, mij kende en mij de kans gaf om te onderzoeken wat kon lukken. Het ‘sollicitatie’ gesprek was de meest vreemde ook. Ik wil heel erg graag een paar uur werken, maar ik kan niet goed tegen geluid, heb ongeveer 10-15 min concentratie, beeldschermen liever niet en ga zo maar door. Maar ik wil dus wel heel erg graag.

Ik ben daar in september 2019 als logistiek medewerkster gestart en uiteindelijk lukte het om 4 uur per week te werken. Af en toe proberen uit te breiden naar meer, maar dan werd ik binnen 2 weken door mijn lijf terug gefloten en moest ik weer minder werken.

In november 2020 werd onze winkel overgenomen en wat schrok ik daar enorm van. Ik had alleen maar een mondelinge afspraak dat ik kon blijven als het UWV traject was afgerond en ik had zoveel negatieve ervaringen met werk vinden dat ik me niet kon voorstellen dat ik kon blijven. Hoe anders is dat uitgepakt. Ik heb nu een werkgever die zelf niet altijd door heeft hoe speciaal het is hoe ik mijn werkweek in mag delen. Die mij de ruimte geeft om mijn grenzen op te zoeken, maar ook zeker niet bang is om mij naar huis te sturen als ik te lang wil blijven. 

 Een woord van de werkgever

“Angelique werkte al bij de Bikeshop voordat ik, Helco, er als nieuwe eigenaar kwam. Op het eerste oog zie je niets aan Angelique. Nu we elkaar beter kennen, herken ik (en de collega’s) de signalen hoe het echt gaat. De rol van Angelique binnen de Bikeshop en 33 tweewielers kent veel vrijheid en flexibiliteit. Ze zorgt voor de marketingactiviteiten en ze beheert de socials. Dit werk is goed te plannen en ze hoeft niet op vaste tijden aanwezig te zijn. Die vrijheid en flexibiliteit ervaar ik twee kanten op. Angelique denkt actief mee op welke momenten het voor de winkel / het werk het beste uitkomt dat ze er is en wij geven haar de vrijheid om de uren naar eigen inzicht in te delen. Even sporten tussendoor zodat ze een uur langer kan werken past voor mij prima bij de manier waarop ik graag werk. Het enige waar we als bedrijf voor moeten zorgen is een werkplek die zo prikkelarm mogelijk is. Met de reuring in de winkel lukt dit de ene keer beter dan de andere keer.”

 

Houding naar (potentiële) werkgevers

Zit je nu in een traject waarin je op zoek moet naar ander werk, of loop je er tegen aan dat je huidige werkgever het niet altijd snapt? 

Ik ben vanaf het begin open geweest over alles waar ik tegen aan loop, wat ik in mijn privé leven doe en hoe het medisch gaat. Ik geef aan dat ik begrijp als mensen het niet zien. Dat als je naar mijn sportleven kijkt, het lijkt alsof ik geen beperking heb. Ik laat ze mijn blogs lezen. Blogs waarin ik heel veel deel. Ik probeer uit te leggen hoe mijn hoofd voelt als die overprikkeld is, zodat mensen er een beeld bij kunnen vormen. 

Maar vooral laat ik ze weten dat ik vragen waardeer. Open vragen. Vragen als “ik zie dat je dit doet, hoe kan het dat dit wel lukt, maar een uur extra werken niet?” “Je zegt dat je wel kan rennen, maar niet kan wandelen. Leg eens uit hoe dat nu zit?” Mensen mogen mij alle vragen stellen die ze willen. Als er eentje tussen zit die ik niet kan of wil beantwoorden laat ik dat wel weten. 

Natuurlijk heb ik het enorm getroffen met de werkgevers die ik gehad heb en degene die ik nu heb, maar ik ben er van overtuigd dat mijn houding zeker helpend is. Alleen moet je wel de kans krijgen om dit te laten zien. En als je al afgewezen wordt voordat je de kans krijgt om je verhaal te doen, is dat heel pijnlijk.

Naar werkgevers toe wil ik dan ook zeggen: krijg je een sollicitatie van iemand met hersenletsel of andere beperkingen? Nodig ze uit voor een gesprek en laat je positief verrassen. Wij willen namelijk heel erg graag werken, we hebben er alleen een beetje hulp bij nodig.

Kun jij nog werken met je NAH? Heb je vragen voor me, stel ze gerust onder dit artikel.

Sport en NAH

Door: Angelique Wammes-Bouman

Sport is al jaren mijn lust en mijn leven. Waar ik tijdens mijn promotieonderzoek en later als postdoc, werk combineerde met wielrennen, is dat tijdens mijn revalidatie omgezet naar triathlon. Fietsen is namelijk een uitdaging geworden. Mijn informatieverwerking is vertraagd en daardoor heb ik moeite om veilig door het verkeer te navigeren, laat staan dat je je nog in een peloton moet manoeuvreren. Triathlon is veel individueler en daardoor voor mij veel veiliger. Maar wel met heel veel mitsen en maren…

Veiligheid

Ik kan niet zomaar onbezorgd de deur uit zoals vroeger. Dat geldt ook gewoon voor normale ritjes zoals naar het werk. Ik draag altijd een polsbandje met het telefoonnummer van mijn echtgenote. Ook staat daar een pincode op die hulpverleners kunnen gebruiken om toegang te krijgen tot mijn medisch dossier. Op die manier kan ik in een noodsituatie gelijk de hulp krijgen die nodig is. 

Daarnaast draag ik altijd mijn sporthorloge (Garmin Forerunner 945, niet gesponsord). Met 1 druk op de knop kan ik daarmee mijn echtgenote bereiken, of als ik onverhoopt ten val komt, dan wordt de noodmelding automatisch verstuurd, inclusief live GPS locatie. Dit geeft mij het vertrouwen dat ik nog alleen de deur uit kan. Ik heb een paar weken zonder gezeten, omdat hij voor onderhoud weg was, dat ben ik gelijk een stuk angstiger om het huis te verlaten. 

Zwemmen

Zwemmen voelt voor mij als yoga. De repeterende beweging in het water maakt dat mijn hoofd tot rust kan komen. Echter… wie kent de drukte en het galmende geluid in het zwembad niet. Ik kies dus heel bewust wanneer ik naar het zwembad ga. 

Ik ben er eigenlijk elke maandagochtend, samen met een clubgenootje. Dan is het bad redelijk te doen, liggen er niet te veel mensen in een baan en heb ik vooral bekenden om mij heen zwemmen, die weten wat ik nodig heb. Op dinsdag zwem ik bij de vereniging op een lekker rustig uur (qua geluid dan, niet qua trainingsintensiteit hahaha), op vrijdagmiddag weer in een rustig bad, met 1 op 1 techniek training. En als de energie het toelaat, zwem ik op zaterdagochtend bij mijn triathlon vereniging met de meiden. Maar dat is de grootste uitdaging, want ik kan die training niet anders omschrijven dan chaos. Gelukkig zorgen de meiden dan voor mij en weten ze ondertussen goed wat ik nodig heb om zo’n training door te komen. 

Fietsen

Alleen fietsen doe ik alleen op goede dagen, of eventueel heel saai op een brede, rustige weg vlakbij huis. Zo kan ik toch buiten mijn training afwerken, maar kom ik nauwelijks verkeer tegen. Een ander alternatief is de tandem. Dan spring ik achterop, heeft de voorste een soort van trapondersteuning en doet die het stuurwerk voor mij. Ik vertrouw hier zeker niet iedereen in, maar ik heb een paar vaste piloten die ik een appje kan sturen. 

Als ik heel graag op mijn eigen fiets rijdt, bijvoorbeeld afgelopen zomer in aanloop naar een belangrijke wedstrijd, dan zorg ik dat ik niet alleen op pad ga. De mensen die dan met mij mee gaan, nou dat is een uitdaging. Ik ben dan wel vrouw en her en der beperkt, maar ik fiets nog steeds behoorlijk hard. Er zijn dus niet super veel mensen die mijn wiel kunnen houden of ernaast kunnen rijden. Gelukkig hebben de mensen die dat wel kunnen heel veel tijd voor mij vrij gemaakt om mij hierin te helpen. Hoe geliefd voel je je dan! 

Fietsen is dus altijd een sport die mij cognitief heel veel energie kost, maar het levert ook zoveel plezier op, dat ik echt heel blij ben dat ik nog mogelijkheden heb om deze sport te kunnen beoefenen. 

Hardlopen vs wandelen 

Ik kan dus niet wandelen zonder hoofdpijn te krijgen of zonder mijn batterij helemaal leeg te trekken. Eigenlijk is wandelen nog belastender dan fietsen. Hardlopen kan ik dan weer wel. En dat vinden mensen gek, ik vond het ooit gek, maar nu niet meer. Bij het wandelen zie en hoor ik alles. Elke vogel, blaadjes die ritselen, verkeer dat rondrijdt en ga zo maar door. Alle informatie komt zonder filter binnen en ik heb geen plek en ruimte om er mee om te gaan. Echter, alles in mijn lijf en hoofd probeert dat wel, dus in no time ben ik helemaal op en kan ik eigenlijk alleen nog als een hoopje ellende op de bank of in bed gaan liggen. 

Bij hardlopen gebeurd dit niet, of in ieder geval een stuk minder. Waarom? Tijden het hardlopen ben ik bezig met mijn passen, gefocust op techniek. Het is net als met zwemmen, maar dan stapje voor stapje, repeterende beweging, en uitvoeren wat de trainster als programma heeft meegegeven. Waar ik geweest ben? Regelmatig geen idee. Ook die informatie komt niet binnen, of blijft in ieder geval niet goed hangen. En dat herken ik dan wel weer van mijn geheugen problemen. 

Van hardlopen kan ik helemaal bijkomen en mijn batterij opladen, zeker nog met een fijn douchemoment erachter aan. 

Sport en werk

Voor wie de Insta Take Over gevolgd heeft: ik sport tussen het werken door om mijn batterij op te laten. Fietsen is dus geen optie, maar zwemmen en hardlopen beide wel. Meestal wordt het hardlopen, omdat dit net iets beter te regelen is. Ik kan na het lopen ook douchen op het werk, dus mijn collega’s zitten dan ook niet met een stikkende Angelique op de werkvloer. 

Het sporten heeft er voor gezorgd dat ik van 4 uur werken naar 6 uur werken per week heb kunnen gaan. Ik werk ongeveer 1,5 uur, ga dan omkleden. Vertel de collega’s netjes waar ik heen ga en hoe lang ik ongeveer weg blijf. Telefoon gaat uiteraard mee. Na het hardlopen even wat eten en douchen en daarna lukt het mij om nog eens 1,5 uur te werken. Dan is de batterij ook wel echt leeg en kan ik precies nog naar huis. Gelukkig is mijn woon-werk route maar 2 km, dus dat lukt altijd wel. En anders zijn de collega’s ook nog zo lief om mij thuis te brengen. 

Nawoord 

Werkt dit voor iedereen? Geen idee. Ik hoop jullie hiermee een beetje inspiratie te geven. Ik ging topfit mijn ongeluk in, heb altijd al 20 uur gesport naast mijn fulltime baan, dus weet ook niet beter. Moet het zoveel zijn als ik doe? Nee zeker niet. Maar wat ik wel weet is dat fit zijn helpt. Door fit te zijn, kosten heel veel dingen namelijk minder energie. Je kunt makkelijker een trap op of andere fysiek inspannende dingen doen. Ik merk dat ik daardoor meer energie heb om de cognitieve taken uit te voeren. 

Op momenten dat ik namelijk fysiek heel moe ben, dan is mijn hoofd het eerste dat uitvalt. Tijdens mijn revalidatie is het belang van fysieke fitheid ook altijd benadrukt. 

Echter alles is met mate en beheerst opbouwen belangrijk. Zoek een fijne fysiotherapeut of misschien een sportschool met medische begeleiding en kijk eens wat ze voor je kunnen betekenen. En zo’n tandem? Dat is echt niet voor bejaarden hoor, het is super leuk!

Check ook ons insta account @double_bike_is_happy_tandem voor onze avonturen op deze fiets.

Sport jij sinds je NAH hebt? en wat doe jij zoal aan sport en wat brengt het jou?