Werk en NAH

Door: Angelique Wammes – Bouman.

Gepromoveerd in de scheikunde, postdoc in Leipzig (DE), docent scheikunde op het Revius Lyceum Doorn en nu marketing medewerker in een fietsenwinkel. Een carrièrepad wat ik nooit had kunnen voorzien. Eentje waarvan ik 5 jaar vooral ook niet had kunnen bedenken dat ik daar gelukkig van kon worden.

Ik wil jullie meenemen in mijn zoektocht naar vervangend werk, maar ook hoe belangrijk het is om een werkgever te hebben die met je mee denkt en je de ruimte geeft om te werken op een manier die wel lukt. 

 Mijn vorige werk

Ten tijde van mijn ongeluk werkte ik in het voorgezet onderwijs, als docent scheikunde en NLT waar ik met super veel plezier les gaf aan pubers van 14 tot en met 18 jaar, van mavo3 tot en met vwo6. Naast het voor de klas staan, had ik ook een onderwijsbeurs binnen gehaald die mij de kans gaf om mij met onderwijsontwikkeling bezig te houden. Nieuwe onderwijsmethoden ontwikkelen en op school implementeren. Super mooie combinatie van het werken met kinderen, maar ook mijn nieuwsgierige ik voeden, die mijn wetenschappelijke achtergrond nu eenmaal met zich mee brengt. 

Hoe ik mijn carrière voor mij zag? Een paar jaar lesgeven, combineren met onderwijsonderzoek, misschien nog een 2e promotietrajact, gevolgd door de schoolleiders opleiding en rustig doorgroeien tot (con)rector. 

Mijn nieuwe ik met NAH 

En toen was er de zomer van 2019 waarin ik hersenletsel opliep. Na de zomervakantie ben ik nog vol goede moed begonnen met 2 examenklassen, maar tegen de tijd van de herfstvakantie was ik helemaal op. Uiteindelijk kon ik niet meer terug in het onderwijs. Ik had geen idee meer wie ik was op werkgebied. Wat ik nog voor kwaliteiten had en of er een werkgever überhaupt nog op mij zat te wachten. Bij Boogh ben ik aan de slag gegaan om dat te onderzoeken. Welke kwaliteiten waren er nog, zijn er nieuwe bijgekomen en wat voor werk zou daarbij kunnen passen. Super zinvol en aan iedereen aan te raden. Met mijn nieuwe CV ging ik vol goede moed op zoek naar werk, maar de moed zakte mij al snel in de schoenen. Niemand wilde mij nog hebben, want ja, maar 4 uurtjes per week, iemand met beperkingen en ga zo maar door. Ook bij vrijwilligersorganisaties kreeg ik alleen maar nul op rekest. 

 Van onderwijs naar marketing

Hoe ik in de fietsenwinkel terecht ben gekomen? Doordat de eigenaar, Eugen, mij kende en mij de kans gaf om te onderzoeken wat kon lukken. Het ‘sollicitatie’ gesprek was de meest vreemde ook. Ik wil heel erg graag een paar uur werken, maar ik kan niet goed tegen geluid, heb ongeveer 10-15 min concentratie, beeldschermen liever niet en ga zo maar door. Maar ik wil dus wel heel erg graag.

Ik ben daar in september 2019 als logistiek medewerkster gestart en uiteindelijk lukte het om 4 uur per week te werken. Af en toe proberen uit te breiden naar meer, maar dan werd ik binnen 2 weken door mijn lijf terug gefloten en moest ik weer minder werken.

In november 2020 werd onze winkel overgenomen en wat schrok ik daar enorm van. Ik had alleen maar een mondelinge afspraak dat ik kon blijven als het UWV traject was afgerond en ik had zoveel negatieve ervaringen met werk vinden dat ik me niet kon voorstellen dat ik kon blijven. Hoe anders is dat uitgepakt. Ik heb nu een werkgever die zelf niet altijd door heeft hoe speciaal het is hoe ik mijn werkweek in mag delen. Die mij de ruimte geeft om mijn grenzen op te zoeken, maar ook zeker niet bang is om mij naar huis te sturen als ik te lang wil blijven. 

 Een woord van de werkgever

“Angelique werkte al bij de Bikeshop voordat ik, Helco, er als nieuwe eigenaar kwam. Op het eerste oog zie je niets aan Angelique. Nu we elkaar beter kennen, herken ik (en de collega’s) de signalen hoe het echt gaat. De rol van Angelique binnen de Bikeshop en 33 tweewielers kent veel vrijheid en flexibiliteit. Ze zorgt voor de marketingactiviteiten en ze beheert de socials. Dit werk is goed te plannen en ze hoeft niet op vaste tijden aanwezig te zijn. Die vrijheid en flexibiliteit ervaar ik twee kanten op. Angelique denkt actief mee op welke momenten het voor de winkel / het werk het beste uitkomt dat ze er is en wij geven haar de vrijheid om de uren naar eigen inzicht in te delen. Even sporten tussendoor zodat ze een uur langer kan werken past voor mij prima bij de manier waarop ik graag werk. Het enige waar we als bedrijf voor moeten zorgen is een werkplek die zo prikkelarm mogelijk is. Met de reuring in de winkel lukt dit de ene keer beter dan de andere keer.”

 

Houding naar (potentiële) werkgevers

Zit je nu in een traject waarin je op zoek moet naar ander werk, of loop je er tegen aan dat je huidige werkgever het niet altijd snapt? 

Ik ben vanaf het begin open geweest over alles waar ik tegen aan loop, wat ik in mijn privé leven doe en hoe het medisch gaat. Ik geef aan dat ik begrijp als mensen het niet zien. Dat als je naar mijn sportleven kijkt, het lijkt alsof ik geen beperking heb. Ik laat ze mijn blogs lezen. Blogs waarin ik heel veel deel. Ik probeer uit te leggen hoe mijn hoofd voelt als die overprikkeld is, zodat mensen er een beeld bij kunnen vormen. 

Maar vooral laat ik ze weten dat ik vragen waardeer. Open vragen. Vragen als “ik zie dat je dit doet, hoe kan het dat dit wel lukt, maar een uur extra werken niet?” “Je zegt dat je wel kan rennen, maar niet kan wandelen. Leg eens uit hoe dat nu zit?” Mensen mogen mij alle vragen stellen die ze willen. Als er eentje tussen zit die ik niet kan of wil beantwoorden laat ik dat wel weten. 

Natuurlijk heb ik het enorm getroffen met de werkgevers die ik gehad heb en degene die ik nu heb, maar ik ben er van overtuigd dat mijn houding zeker helpend is. Alleen moet je wel de kans krijgen om dit te laten zien. En als je al afgewezen wordt voordat je de kans krijgt om je verhaal te doen, is dat heel pijnlijk.

Naar werkgevers toe wil ik dan ook zeggen: krijg je een sollicitatie van iemand met hersenletsel of andere beperkingen? Nodig ze uit voor een gesprek en laat je positief verrassen. Wij willen namelijk heel erg graag werken, we hebben er alleen een beetje hulp bij nodig.

Kun jij nog werken met je NAH? Heb je vragen voor me, stel ze gerust onder dit artikel.

Sport en NAH

Door: Angelique Wammes-Bouman

Sport is al jaren mijn lust en mijn leven. Waar ik tijdens mijn promotieonderzoek en later als postdoc, werk combineerde met wielrennen, is dat tijdens mijn revalidatie omgezet naar triathlon. Fietsen is namelijk een uitdaging geworden. Mijn informatieverwerking is vertraagd en daardoor heb ik moeite om veilig door het verkeer te navigeren, laat staan dat je je nog in een peloton moet manoeuvreren. Triathlon is veel individueler en daardoor voor mij veel veiliger. Maar wel met heel veel mitsen en maren…

Veiligheid

Ik kan niet zomaar onbezorgd de deur uit zoals vroeger. Dat geldt ook gewoon voor normale ritjes zoals naar het werk. Ik draag altijd een polsbandje met het telefoonnummer van mijn echtgenote. Ook staat daar een pincode op die hulpverleners kunnen gebruiken om toegang te krijgen tot mijn medisch dossier. Op die manier kan ik in een noodsituatie gelijk de hulp krijgen die nodig is. 

Daarnaast draag ik altijd mijn sporthorloge (Garmin Forerunner 945, niet gesponsord). Met 1 druk op de knop kan ik daarmee mijn echtgenote bereiken, of als ik onverhoopt ten val komt, dan wordt de noodmelding automatisch verstuurd, inclusief live GPS locatie. Dit geeft mij het vertrouwen dat ik nog alleen de deur uit kan. Ik heb een paar weken zonder gezeten, omdat hij voor onderhoud weg was, dat ben ik gelijk een stuk angstiger om het huis te verlaten. 

Zwemmen

Zwemmen voelt voor mij als yoga. De repeterende beweging in het water maakt dat mijn hoofd tot rust kan komen. Echter… wie kent de drukte en het galmende geluid in het zwembad niet. Ik kies dus heel bewust wanneer ik naar het zwembad ga. 

Ik ben er eigenlijk elke maandagochtend, samen met een clubgenootje. Dan is het bad redelijk te doen, liggen er niet te veel mensen in een baan en heb ik vooral bekenden om mij heen zwemmen, die weten wat ik nodig heb. Op dinsdag zwem ik bij de vereniging op een lekker rustig uur (qua geluid dan, niet qua trainingsintensiteit hahaha), op vrijdagmiddag weer in een rustig bad, met 1 op 1 techniek training. En als de energie het toelaat, zwem ik op zaterdagochtend bij mijn triathlon vereniging met de meiden. Maar dat is de grootste uitdaging, want ik kan die training niet anders omschrijven dan chaos. Gelukkig zorgen de meiden dan voor mij en weten ze ondertussen goed wat ik nodig heb om zo’n training door te komen. 

Fietsen

Alleen fietsen doe ik alleen op goede dagen, of eventueel heel saai op een brede, rustige weg vlakbij huis. Zo kan ik toch buiten mijn training afwerken, maar kom ik nauwelijks verkeer tegen. Een ander alternatief is de tandem. Dan spring ik achterop, heeft de voorste een soort van trapondersteuning en doet die het stuurwerk voor mij. Ik vertrouw hier zeker niet iedereen in, maar ik heb een paar vaste piloten die ik een appje kan sturen. 

Als ik heel graag op mijn eigen fiets rijdt, bijvoorbeeld afgelopen zomer in aanloop naar een belangrijke wedstrijd, dan zorg ik dat ik niet alleen op pad ga. De mensen die dan met mij mee gaan, nou dat is een uitdaging. Ik ben dan wel vrouw en her en der beperkt, maar ik fiets nog steeds behoorlijk hard. Er zijn dus niet super veel mensen die mijn wiel kunnen houden of ernaast kunnen rijden. Gelukkig hebben de mensen die dat wel kunnen heel veel tijd voor mij vrij gemaakt om mij hierin te helpen. Hoe geliefd voel je je dan! 

Fietsen is dus altijd een sport die mij cognitief heel veel energie kost, maar het levert ook zoveel plezier op, dat ik echt heel blij ben dat ik nog mogelijkheden heb om deze sport te kunnen beoefenen. 

Hardlopen vs wandelen 

Ik kan dus niet wandelen zonder hoofdpijn te krijgen of zonder mijn batterij helemaal leeg te trekken. Eigenlijk is wandelen nog belastender dan fietsen. Hardlopen kan ik dan weer wel. En dat vinden mensen gek, ik vond het ooit gek, maar nu niet meer. Bij het wandelen zie en hoor ik alles. Elke vogel, blaadjes die ritselen, verkeer dat rondrijdt en ga zo maar door. Alle informatie komt zonder filter binnen en ik heb geen plek en ruimte om er mee om te gaan. Echter, alles in mijn lijf en hoofd probeert dat wel, dus in no time ben ik helemaal op en kan ik eigenlijk alleen nog als een hoopje ellende op de bank of in bed gaan liggen. 

Bij hardlopen gebeurd dit niet, of in ieder geval een stuk minder. Waarom? Tijden het hardlopen ben ik bezig met mijn passen, gefocust op techniek. Het is net als met zwemmen, maar dan stapje voor stapje, repeterende beweging, en uitvoeren wat de trainster als programma heeft meegegeven. Waar ik geweest ben? Regelmatig geen idee. Ook die informatie komt niet binnen, of blijft in ieder geval niet goed hangen. En dat herken ik dan wel weer van mijn geheugen problemen. 

Van hardlopen kan ik helemaal bijkomen en mijn batterij opladen, zeker nog met een fijn douchemoment erachter aan. 

Sport en werk

Voor wie de Insta Take Over gevolgd heeft: ik sport tussen het werken door om mijn batterij op te laten. Fietsen is dus geen optie, maar zwemmen en hardlopen beide wel. Meestal wordt het hardlopen, omdat dit net iets beter te regelen is. Ik kan na het lopen ook douchen op het werk, dus mijn collega’s zitten dan ook niet met een stikkende Angelique op de werkvloer. 

Het sporten heeft er voor gezorgd dat ik van 4 uur werken naar 6 uur werken per week heb kunnen gaan. Ik werk ongeveer 1,5 uur, ga dan omkleden. Vertel de collega’s netjes waar ik heen ga en hoe lang ik ongeveer weg blijf. Telefoon gaat uiteraard mee. Na het hardlopen even wat eten en douchen en daarna lukt het mij om nog eens 1,5 uur te werken. Dan is de batterij ook wel echt leeg en kan ik precies nog naar huis. Gelukkig is mijn woon-werk route maar 2 km, dus dat lukt altijd wel. En anders zijn de collega’s ook nog zo lief om mij thuis te brengen. 

Nawoord 

Werkt dit voor iedereen? Geen idee. Ik hoop jullie hiermee een beetje inspiratie te geven. Ik ging topfit mijn ongeluk in, heb altijd al 20 uur gesport naast mijn fulltime baan, dus weet ook niet beter. Moet het zoveel zijn als ik doe? Nee zeker niet. Maar wat ik wel weet is dat fit zijn helpt. Door fit te zijn, kosten heel veel dingen namelijk minder energie. Je kunt makkelijker een trap op of andere fysiek inspannende dingen doen. Ik merk dat ik daardoor meer energie heb om de cognitieve taken uit te voeren. 

Op momenten dat ik namelijk fysiek heel moe ben, dan is mijn hoofd het eerste dat uitvalt. Tijdens mijn revalidatie is het belang van fysieke fitheid ook altijd benadrukt. 

Echter alles is met mate en beheerst opbouwen belangrijk. Zoek een fijne fysiotherapeut of misschien een sportschool met medische begeleiding en kijk eens wat ze voor je kunnen betekenen. En zo’n tandem? Dat is echt niet voor bejaarden hoor, het is super leuk!

Check ook ons insta account @double_bike_is_happy_tandem voor onze avonturen op deze fiets.

Sport jij sinds je NAH hebt? en wat doe jij zoal aan sport en wat brengt het jou?

Hoe verder met je lievelingssport na het oplopen van NAH?

Door: Patrice van Oudheusden.

Patrice kreeg 3 jaar geleden een auto ongeluk. Sinds dit jaar weet ze pas dat ze daarbij NAH opgelopen heeft.

Mijn lievelingssport is paardrijden; mijn uitlaatklep om tot mijzelf te komen en te ontspannen. Maar ja, hoe vlieg je dat aan met die hele lijst aan symptomen die ik heb overgehouden aan mijn ongeluk? Hieronder wil ik graag mijn ervaring delen hoe mij het toch is gelukt te genieten van mijn lievelingssport ondanks de tegenslag. Ik hoop dat het lezen hiervan je hoop en inspiratie geeft. 

Kleine disclaimer; ieder hersenletsel en persoonlijke situatie maken hen uniek en vereist maatwerk. Ga in gesprek met behandelaren en experts over wat de opties kunnen zijn. En vergeet niet bij jezelf te blijven inchecken.

Hoe het allemaal begon

Sinds mijn 9e begon ik met paardrijden en deed ik ook dressuurwedstrijden. Geen paard was mij te wild en ik waande mij echt een cowgirl wanneer ik op frisse paardjes in de bossen mocht rijden. Maar ja, toen dat auto-ongeluk he. Enkele maanden nadat de meeste botkneuzingen waren genezen, merkte ik op hoe vreselijk ik het paardrijden op de manege miste (en mijn oude leven). Was op een paard zitten wel verantwoordelijk? Ik had nog zoveel last van die hoofdpijn en duizeligheidsaanvallen, maar bewegen was toch ook juist goed voor je? Kortom. Veel twijfel. 

Gelukkig was daar mijn fysiotherapeut die heel droog zei: ‘ga eens bij je manege navragen wat de opties zijn, misschien verrast dat antwoord je wel’. Zo gezegd zo gedaan en drie maanden na mijn auto ongeluk zat ik weer op een paardenrug. Iets in mij voelde ik ontspannen. Ik kon iets loslaten. Iets vrijer ademen. Het voelde alsof ik hier een belangrijke stap had gemaakt. In het begin was het 10 minuten ‘zitten’ en rondje stappen in de binnenbak. Het paard nam de leiding en ik zat en genoot. Uiteindelijk dit uitgebouwd naar een half uurtje met af en toe zelfs weer een drafje tussendoor. Vanaf dat moment ging ik over op 1-op-1 lessen van een half uurtje met instructie. 

Verwachtingen bijstellen

Ik dacht oprecht, na een jaartje is alles weer het oude. Maar dat bleek niet zo te zijn. Ik had enorme terugvallen, links bleef ‘gek’ voelen, bij dubbeltaken wist ik vaak niet meer wat ik ook alweer aan het doen was en bij kleine rondjes maken viel ik zowat uit het zadel van de disbalans. Ik snapte er niks van. Twee jaar later kwam het antwoord: Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH). 

Mentaal kon ik niet verwerken dat hoe goed ik voorheen was, ik niet meer zo kan rijden. Ik was van ‘gevorderd’ naar ‘newbie’ gegaan. Vreselijk was dat. Dan gaan de eerste paar minuten heel goed en ineens is de energie op en is het klaar. Echt de momenten dat ik in tranen ben uitgebarsten omdat ik niet meer snapte hoe ik een groot rondje moest rijden (hoe werkt balans, welke hulpen geef ik het paard, wat is ademhalen!?) zijn ontelbaar. Ik werd ook erg onzeker, blijft dit voor altijd zo? Hoe ga ik om met de grilligheid van mijn NAH?

Het antwoord dat ik daarop heb gevonden voor mijzelf: loslaten. Loslaten van de verwachtingen van wat ik ‘moet’ kunnen en hoe alles ‘hoort’ te zijn. 

Aanpassen

Samen met mijn begripvolle instructrice hebben wij een plan van aanpak gemaakt die ik graag met jullie deel:

1. Prikkelarm

Dus in de ochtend als er bijna niemand op de manege is gaan paardrijden. De muziek staat uit. En als het even kan dan lekker in de buitenbak voor de frisse lucht. 

 2. Inchecken

Ik wil graag laten zien (aan mijzelf) dat ik dingen nog kan. Waardoor ik geregeld over mijn grenzen ga. Mijn instructrice kent inmiddels mijn non-verbale signalen hiervoor. Maar vraagt ook geregeld hoe het gaat. Een incheck momentje.

 3. Structuur

Hoe overzichtelijker het moment, hoe meer brainpower ik ‘overheb’ voor extra zaken zoals een figuur rijden of zelfs een drafje of galop! Dit betekent voor mij: rijden op een vast moment, een vast paard met wie ik een klik heb. Voordeel van rijden op hetzelfde paard is dat haar echt leert kennen, dus de bewegingen voelen ook vertrouwd aan waardoor je dus ook meer aankan. Dubbele win! 

 4. Luisteren naar mijn lichaam

Woest was ik op mijn lichaam wanneer mijn linkerkant niet meer ‘luisterde’ en ik geen kracht meer had in mijn arm en/of been. Hier heb ik heel lang mee geworsteld maar nu kan ik er eindelijk meer aan toegeven. Als praktische oplossing rij ik nu met een ander zadel. Een western zadel (zie afbeelding). Naast dat ik nu dichtbij mn cowgirl ideaal ben beland, zit ik ook nog eens een stuk stabieler! En laat dat nou de clou zijn waardoor mijn spieren minder snel moe worden dus ik langer ‘goed’ kan rijden. Ik voel zelfs dat mijn lichaam zich meer kan ontspannen tijdens het rijden. Triple win! 

5. Aanpassen van materiaal

Naast het zadel heb ik ook gekeken wat in de markt aanwezig was om voor mij het paardrijden gemakkelijker te maken. Wat blijkt. Er bestaan paardrijbroeken met extra grip (dmv silliconenribbels) waardoor je beter in het zadel blijft zitten. Ook heb ik een extra comfort veiligheidshelm gekocht, die mijn hoofd beschermt maar nergens afknelt. Een must met onze gevoelige hoofden. 

 6. Loslaten van verwachtingen

Rijden als een heuse amazone of cowgirl moest ik loslaten, dat werkte mij juist tegen. Waardoor ik met nog meer spierspanning op het paard zat. ‘Netjes’ rijden zoals het hoort zit er voor mij momenteel niet meer in. Prima. Dan ga we de boel omdenken. Rijden vanuit ontspanning. 

Hoe zien mijn lesmomenten momenteel eruit? 

 

Op goeie dagen rij ik in de buitenbak waar ik best wel weer wat figuren kan rijden afgewisseld met een draf of galop (nooit tegelijk haha). En voelt het echt weer als ‘vanouds. Op mindere dagen is het overwegend stappen. En via allerlei oefeningen ter paard, speels en ontspannen aan mijn balans werken. Op echt slechte dagen wordt het paard aan een extra touw vastmaken en loopt de instructrice met mij een rondje om de manege. Hierbij ga ik weer helemaal terug naar de basis van hoe mijn reis begon: zitten en genieten. 

Afsluitende woorden

Ondanks dat mijn manege een ‘normale’ manege is blijkt er toch onwijs veel mogelijk te zijn voor mij met mijn NAH. Mijn half uurtje op een paardenrug is echt mijn hoogtepunt van de week. Ik ben zo blij en dankbaar dat dit nog kan ondánks de NAH. Kortom.

Blijf denken in mogelijkheden. Laat los van wat ‘hoort’ te zijn. Geniet.