Door: Romy van Berkel.

Mijn weg

Het is nu een jaar en 5 maanden geleden dat ik een herseninfarct kreeg. En als ik kijk naar waar ik vandaan kom sinds die bewuste dag en waar ik nu alweer mag staan, dan ben ik onwijs trots op mijzelf. Trots op de weg die ik heb afgelegd. Een weg vol rouw, rauwheid, verdriet, pijn, confrontaties, frustraties, donker en noem maar op. Maar ook liefde en licht. De diepste dalen ik ging er doorheen ik ging het aan, dat wat nodig was, wat gezien mocht worden. Ik had de ruimte nodig en ik kreeg de ruimte om deze weg af te leggen. En nu sta ik hier en voel ik geluk. Met nog steeds dalen, confrontaties en alles wat mijn hersenletsel mij brengt. Ik heb helder waar ik mijn energie aan geef, leer mijn lijf steeds beter kennen en kan zien wat er nog wel is en wat wel gaat. Daarbij ben ik dankbaar voor het leven, ik leef. En ik ben oprecht blij met wie ik ben inclusief mijn hersenletsel.

En nu..

Nu is het moment daar voor mijn gezin. De rouw komt om de hoek kijken. Ze voelen dat mijn ruimte nu plaatsmaakt voor hun ruimte. Ik zie het, voel het, zit er middenin en sta tegelijkertijd aan de zijlijn. Want dit is hun rouwproces, dat ik niet kan overnemen. Het mag er zijn. Elk kind uit het op zijn of haar eigen manier. Soms kan ik er niet bij en soms is het een open boek. Het ene kind heeft al moeite met afscheid nemen als ik even wegga en voelt meer heimwee. Een ander kind wil zowel overdag als ’s nachts het liefst constant bij mij zijn. De zin: “Ik wil later geen brandweerman meer worden, maar altijd bij mama zijn.” Hoe schattig ook, ik voel de pijn. En boosheid; alles wat ik in het revalidatiecentrum maakte, is ineens stom en mag bij het oud papier. De angst dat er iets met mij gebeurt terwijl ze op school zijn, speelt een grote rol. En dan is er nog meer boosheid, echte boosheid, waarbij verdriet zijn weg zoekt en als de juiste snaar geraakt wordt, de tranen mogen stromen.

Tijd en ruimte

Kinderen zijn het puurst in hun emoties. Daar waar wij als volwassenen soms niet (meer) bij kunnen, zoeken naar een manier om het te snappen, misschien zelfs onbewust een oordeel dragen in de tijd, want het is toch al ruim een jaar geleden? Vinden we het misschien lastig om te zien dat onze kinderen pijn en verdriet hebben. Willen wij het voor ze dragen en gaan we denken in oplossingen wat ook mijn eerste reactie is, het willen oplossen. Maar wij hoeven er alleen maar te zijn. We hoeven niet te weten hoe of waarom dit er is of wat er is. We mogen er voor ze zijn zodat hun verdriet er ook mag zijn. Net zoals wij onze pijn en verdriet nodig hebben voor verwerking, hebben zij ook hun eigen pijn en verdriet nodig. En wij als ouders mogen er zijn om ze te troosten, wat van hun is bij hun laten en wat van jou is bij jou laten. Er echt te zijn met die fijne armen en schouders van ons, waar wij onze kinderen in mogen dragen. Precies zoals ze zijn op hun eigen manier, hun eigen weg mogen bewandelen. De weg van het leven. 

En ook hierbij mag je hulp vragen, wanneer de pijn te groot wordt en je niet weet hoe er te kunnen zijn. Wat jij misschien gemist hebt wil je jouw kinderen wel geven. En dan is alles goed, ook met hulp!

 

Liefs Romy